
de rails en het is een genot om met de lamp uit naar buiten te kijken. In Frankfort moet ik overstappen, dan naar Keulen en daarna morgenvroeg de trein naar Arnhem. Nog één keertje de slaapzak gebruiken en dan is het schluss.
Van deze reis blijft vooral één ding hangen en dat is de grote gastvrijheid die je in elk land weer ondervindt. Je ontmoet praktisch nergens ook maar enige vijandelijkheid, sterker nog, wij zouden er veel van kunnen leren. Hoe arm de mensen het vaak ook hebben, delen willen ze met je en het is niet zoals in Nederland; kom op visite maar voor het eten de deur uit s.v.p. In die maand dat ik op reis ben geweest heb ik van al die duizenden en duizenden mensen maar één vechtpartijtje gezien, dat was in Amman, Jordanië. En dit in landen waar men moet vechten om te overleven. De mensen gaan zeer sociaal met elkaar om en dat is iedere keer in elk land weer een prachtige gewaarwording want iedere keer dat je een land binnenkomt, behoor je plotseling ook tot dit systeem of je wil of niet en zal je je aan de gewoontes aan moeten passen met ook alle leuke kanten ervan.
Als je zo in de steden van Duitsland kijkt ziet het er ongelooflijk schoon uit. Veel auto’s en als je hier b.v. zonder werk komt te zitten loop je niet zo snel tegen een medemens op wat in het oosten wel gebeurd zodat je je daar minder snel alleen zult voelen. Daar krioelt het van de mensen, hier ook wel maar deze zitten ingepakt en dat is het verschil. Ik zit al een uur of 2 uit het raam te kijken en zit er echt van te genieten dat alles zo goed op orde is hier. Het zal wel even duren (hopelijk) voordat je er weer aan gewend bent en het gewoon gaat vinden.






 
 
de andere steden, veel hoogbouw waar vanaf de mensen gewoon hun vuilnis naar beneden gooien. Ze leven hier op één grote vuilnishoop. In de kleine watertjes die ook vol met vuilnis liggen spoelen de mensen rustig hun bestek af. Dat hier nog geen ziektes uit zijn gebroken is me een raadsel. De stad is tamelijk groot met 1.5 miljoen inwoners en ziet er nogal Europees uit. Voor de kust ligt het eilandje Pharus waar een lichttoren van 120 meter op stond. Dit was één van de wereldwonderen en ligt nu ergens op de zeebodem. De terugweg heb ik de bus genomen en die ging door de woestijn, een mooie rit. Klokslag zonsondergang werd de video uitgezet (ontzettend kinderachtige films hebben ze hier) en de radio aan om het signaal te kunnen horen zodat ieder kon eten. Vandaag ben ik niet 100% in orde en om 21.00 uur lag ik al weer in bed, ik had geen zin in al die mensen die mét je willen praten zonder dat ze een andere taal spreken.