Busreis naar Quetta

De weg naar Quetta was slecht, zeer slecht en het busje was klein. Er werden 15 man plus drie kinderen ingeduwd en daar gingen we. 8oo km te gaan en dat hutje op mutje.

Ook hier weer om de zoveel tijd stoppen voor controle en er hing dan een onverlichte, over de weg gespannen ketting waarvoor de chauffeur maar moest zien dat hij op tijd kon stoppen. Bij de 2de controle was het raak, vijf man in het busje hadden geen papieren en bleken uit Afghanistan te komen wat hier erg dichtbij ligt. Ze werden meegenomen en we zagen ze niet meer terug, voor ons dus meer plek. Je ziet sowieso veel mensen met mongoloïde trekken en denk dat er veel vluchtelingen uit de noordelijke gebieden zijn.

Van tijden zijn ze allemaal niet zo op de hoogte hier. Toen ik vroeg hoe laat we aan zouden komen zei de een om 18 uur, een ander 24 uur en het werd dus 6 uur in de morgen. Het was s’nachts aardig koud in het busje want het ding had overal kieren en de koude woestijnlucht blies er aan alle kanten doorheen. We reden dwars door Baluchistan, de grootste provincie van Pakistan en deze bestaat voornamelijk uit eindeloze woestijn en uren lang zag je enkel maar zand en kiezelsteen zo ver je kijken kon. Ook vinden hier militaire oefeningen plaats.

Ik werd ook hier heel snel opgenomen door mijn medereizigers en we lagen met z’n allen tegen elkaar aan, op elkaars schoot en kris kras door elkaar met dekens over ons heen getrokken. Ook hier weer om de zoveel tijd even pauzeren in een dorpje of gewoon langs de kant van de weg bij een huis waar de bewoners drinken en eten hadden, speciaal voor busreizigers. Ook al was het midden in de nacht, altijd was er wel een vuurtje met daarop een ketel thee. Dit vuur werd heel vaak aangehouden door kleine kinderen die er de hele nacht omheen zaten en houtjes erop legden. Zo kon de familie ook iets verdienen, helemaal afhankelijk van de reizigers en je kon het bijna niet over je hart verkrijgen om niets te nemen.

Bij aankomst in Quetta kreeg ik weer een cultuurschok te verwerken, het leek de tijd van de middeleeuwen wel als je de auto’s wegdacht. Een oude vieze stinkende smeerbende rond het busstation. Handwagens, zwerfhonden, manke gekke rochelende mannen en overal bergen zwerfvuil in de modder. Mijn medereiziger bood me thee aan en daarbij een stuk vettig brood.


De thee was heerlijk zoet en ik had er wel zin in omdat ik alleen kon drinken wat de anderen me aanboden aangezien ik nog geen geld gewisseld had en dat aanbieden deden ze veel. De stad Quetta bekeken en de buitenwijken zagen er een stuk beter uit als de buurt van het autobusstation, een beetje Istanbulachtig.

Nu is het zo dat de Iranese ambassade in Istanbul me een enkele reis transitvisum voor Iran
gegeven heeft en ik toch ook terug moet via Iran dus toch weer een visum nodig heb. Hier in Quetta is ook een Iranese ambassade dus gelijk maar even proberen of ik alvast een visum voor de terugweg kan krijgen.

Bij de ambassade stonden enkele honderden Afghanen te wachten op de openingstijd om ook een visum te bemachtigen. Hier had ik dus geen zin in en besloot maar om het ergens anders te proberen, b.v. Karachi of New Delhi in India.

Naar het station gegaan om een kaartje te kopen voor de richting Peshawar in het noorden van Pakistan. Daar moet de Khyber pas zijn en dorpjes waar de bevolking met de hand allerlei soorten wapens namaken. Volgens de verhalen is de omgeving van de Khyber pas het mooiste gebied van Pakistan. De trein doet alleen over dit stuk ongeveer 2½ dag en dat voor ongeveer 700km. Om een kaartje te kopen werd ik van loket naar loket gestuurd en steeds maar weer achteraan sluiten.

Ik zit nu in de trein en het is me toch een smerig ding. Er wordt gepaft bij het leven en op mijn plek zit natuurlijk allang iemand anders. Afijn ik heb de bovenste slaapplaats dus ik kan gaan liggen wanneer ik wil.

De Pakistanen zijn me een stel ongeletterden en kruisengrijpers dat houd je niet voor mogelijk. Telkens zie je ze hun zaakje goedleggen in die wijde broeken van ze met het kruis tot op hun knieën. Ze zijn wel allemaal aardig, dat wel, maar ze zijn alleen zo ontzettend smerig en spugen de hele dag door. Voor het vertrek zijn er al enkele bedelaars geweest en een jonge invalide man zonder benen die zich met zijn handen voortbewoog.

Geef een reactie