Op Weg

Utrecht 8 april 1985
Eindelijk is het dan zover, we zitten in de trein naar Moskou. Na een jaar van voorbereidingen en moeilijkheden is het dan toch gelukt wat al in april ’84 begonnen was. Na gelezen te hebben dat de grens tussen Rusland en China opengesteld was voor individuele reizigers, in verband met het normaliseren van de betrekkingen tussen die twee landen, vroeg ik aan Martina of ze ook zin had om daar eens een kijkje te nemen. Nadat ze weer een beetje bijgekomen was maakte ze me duidelijk dat geen haar op haar hoofd eraan dacht om nog eens lang in een trein te gaan zitten. Een paar jaar eerder zijn we eens met de trein naar Turkije geweest en die trip duurde 31/2 dag. Op het laatst was er geen water meer in de wc om je te wassen en dat is voor een vrouw nog wel wat anders als voor een man moet ik toegeven.
‘Als je er zin in hebt dan moet je maar alleen gaan’ is alles wat ze zei. Na deze toestemming besloot ik maar eens op onderzoek uit te gaan naar de tijden, visa’s en dergelijke. Gelijk de daaropvolgende week maar eens naar de Chinese ambassade gegaan in Den Haag. Daar aangekomen werd ik ontvangen door een Engels sprekende Chinees die me vertelde dat een individuele reis naar China nu wel mogelijk was maar een visum kon niet zomaar afgegeven worden, er moest eerst een uitnodiging vanuit China naar mij gestuurd worden waarmee ik dan weer terug moest naar de ambassade waarna er dan een visum verstrekt zou kunnen worden. Al met al een omslachtige manier, maar er was één lichtpuntje en dat was dat zij wel een adres hadden waar ik naar zou kunnen schrijven. Bij de Russische ambassade vroeg ik of het mogelijk was om met de trein naar Moskou te reizen. Breed lachend antwoordde de (Russische ) vrouw ‘ja’ en toen ik daarna vroeg of het ook mogelijk was om met de trein door te reizen naar Peking, verdween haar lach als sneeuw voor de zon en zei me nors dat ik daar-voor in Amsterdam moest zijn en wel bij Vernu reizen. Dit reisbureau behandelt alle oost Europese reizen vanuit Nederland. Blijkbaar zijn de vriendschappelijke betrekkingen nog niet optimaal tussen beide landen. Na 2 weken een bericht thuisgekregen vanuit China waarin stond dat na overmaking van 40 yuan (Chinees geld) zij uit China een bericht naar de ambassade in Den Haag zouden sturen waaruit zou blijken dat ik welkom was in China. Het overmaken van die 40 yuan was nog een probleem want bij de bank wisten ze niet om hoeveel geld het ging, maar na een hoop getelefoneer met het hoofdkantoor kwamen ze er toch uit en bleek het 57 gulden te zijn. Inmiddels was een kennis van mij, Rene Derks, te weten gekomen dat ik die kant op wilde gaan en treinfanaat als hij is had hij er ook wel oren naar. Het kwam er op neer dat we de trip met z’n tweeën zouden gaan maken wat wel zo gezellig is.

Scannen0001

Geef een reactie