Categoriearchief: Spoorverhalen

Verstekeling

Tussen Utrecht en Amsterdam loop ik door de internationale trein naar achteren, valt mijn oog ineens op iets onbestendigs. Ik loop terug om nog eens te kijken en dan zie ik tussen de benen van de reizigers door een schaduw onder de bank. Door het vele lopen wat je elke dag doet vallen dit soort onbestendige zaken snel op. Na een korte blik blijkt de schaduw een spijkerbroek te zijn waar ook nog eens een jongen van een jaar of 25 inzit. Zich ontdekt wetende komt hij onder de bank vandaan en staat op.

Onder het stof en vuil begint hij te brabbelen. De reizigers staan met open mond te kijken en vragen zich af wat hier toch allemaal gebeurd. De jongen blijkt uit Oost Europa te komen en is al ergens in Italië in de trein geslopen en onder de bank gaan liggen. Al die tijd heeft hij daar gelegen zonder dat de reizigers er iets van gemerkt hebben.

Na de spoorwegpolitie te hebben gewaarschuwd kwamen ze hem ophalen in Amsterdam waar hij mee moest om de nodige papieren in te vullen. Hoogstwaarschijnlijk volgt daarna de aanvraagprocedure voor een verblijfsvergunning waar hij naar mij lijkt niet veel kans op zal hebben.

Zelfmoord

Per jaar springen er gemiddeld 275 mensen voor de trein. Bijna elke machinist en conducteur krijgt er mee te maken. Voor de machinist is het erg want hij ziet per slot van rekening vaak de persoon in levende lijve. Voor de conducteur is het niet minder erg want hij is de persoon die naar het slachtoffer toe moet om eventueel eerste hulp te verlenen. Vanuit Utrecht komende vlak voor Ede-Wageningen kreeg onze machinist via zijn radio van de tegentrein een oproep dat er een persoon in het spoor liep.

Na een flinke remming kon hij zijn trein op ongeveer 30 meter van de persoon tot stilstand brengen. Een ongeveer 30 jarige man zat met de billen op de rails in afwachting van wat er komen zou. Er stonden een aantal verplegers buiten de afrastering en één bij de persoon. Dichterbij gekomen bleek het om het personeel van een naast het spoor liggende slachterij te gaan. Enkele hadden de politie al gebeld en deze was onderweg. Al het treinverkeer was inmiddels stilgelegd zodat we al onze aandacht aan de man konden schenken. Op de vraag of hij van de spoorbaan weg zou willen gaan begon hij te schreeuwen dat hij dood wilde. Ik zei hem dat daar nu weinig kans op was omdat al het treinverkeer was stil gelegd. Daarop stond hij op en begon naar achteren te lopen met in zijn kielzog een man uit het slachthuis en iemand die het slachtoffer wel kende. Ik bleef voor bij de trein om de politie op te vangen en door te sturen. Halverwege ging de man nog eens voor de wielen van een truckstel liggen waarna hij weer opstond en verder liep. Twee politieagenten waren inmiddels gearriveerd en liepen langs de andere kant van de trein de persoon tegemoet. Achteraan gekomen ontstond er een flinke vechtpartij waarbij de agenten met hulp van de twee mannen alle moeite hadden om het slachtoffer te overmeesteren en in de boeien te slaan. De reizigers zaten eerste rang met hun neus bovenop het schouwspel. Na het afvoeren van het slachtoffer kon de treinenloop weer worden hervat.

Een paar weken hiervoor was er ook al op Ede-Wageningen een meisje dat iedere keer voor de trein wilde springen. De politie was er steeds maar weer druk mee om haar af te voeren en ze werden er flink flauw van. Na een aantal keren zeiden ze dat ze het bij de NS zelf maar uit moesten zoeken waarna er iedere keer een perronopzichter druk was met het tegenhouden. Op een gegeven moment escaleerde dit in een vechtpartij waarna zij aangehouden werd en waren wij er een tijdje vanaf. Je ziet maar, veel vertraging wordt veroorzaakt buiten NS om terwijl zij hiervan wel de schuld krijgt.

Vleuten

Voordat ik conducteur werd ben ik eerst nog 9 jaar machinist geweest ook bij diezelfde NS.

Een mooi en enerverend beroep waarbij je ook wel het een en ander meemaakt.

Zo moest ik eens de stoptrein rijden van Arnhem naar Rotterdam om een uur of zes in de morgen. Normaal gesproken stopte deze trein nooit in Vleuten behalve om deze tijd en dat moest een keertje fout gaan.

Met volle snelheid komen we daar aangereden en ik dacht nog wat staan de mensen hier toch dicht langs de kant en toeterde maar eens voor de zekerheid. Bij het langsrijden staken zelfs nog enige mensen de hand op waarna ik terug groette want het gebeurd niet vaak dat de mensen in de spits zo vrolijk zijn.

Even voorbij Vleuten kwam de conducteur naar me toe met de vraag waarom ik niet gestopt was. Op dat moment krijg je het aardig benauwd maar remmen en terugzetten mag nooit dus het enige wat je kan doen is post T waarschuwen en hopen dat ze de volgende sneltrein wilden laten stoppen om die reizigers op te pikken. Men doet dit niet graag, want het betekent wel dat deze trein dan op alle daarna volgende stations ook moet stoppen vanwege de reizigers die daar weer moeten zijn, de vertraging kan dan aardig oplopen.
In dit geval werd het wel gedaan en kon de schade voor de Vleutense reizigers beperkt blijven.

Je moet met dit werk altijd op je hoede zijn want de gevolgen werken gelijk door. Als iemand op een kantoor zijn potlood laat vallen kan hij een nieuwe pakken, maar dat is voor de machinist niet weggelegd.

Arnhem goederen

In mijn tijd als machinist moest je vaak rangeren op het goederenemplacement van Arnhem.

In Arnhem is flink gevochten in de 2e wereldoorlog en her en der ligt nog veel munitie verspreidt. Zelf heb ik ooit een detector gehad waarmee we stad en land afzochten naar spullen uit de oorlog en geregeld haalden we zaken naar boven zoals helmen, uitrustingsstukken, munitie en zelfs een machinegeweer.

Zo gebeurde het op een dag dat ik hangende uit het raampje van de rangeerlocomotief de kop van een piat anti-tankgranaat uit het grind naast de spoorbaan zag steken. Een piat granaat werd door de Engelsen afgevuurd met behulp van een soort bazooka en dit gebeurde vanaf de schouder.

De granaat klapte dan tegen een tank waar hij zich aan vastkleefde en zich door de wand heen brandde om binnenin te ontploffen. Een gevaarlijk heerschap dus.

Na het inlichten van de chef van het rangeerterrein vond hij het beter om het rangeren te staken en de spoorwegpolitie te waarschuwen.
Er werken op Arnhem Goederen zo’n drie rangeerders en die konden gelijk aan de koffie en was ik de held van de dag want een uurtje extra koffiedrinken was nooit weg natuurlijk.

Dit veranderde al snel toen bleek dat de spoorwegpolitie het nodig vond om de mijnopruimingsdienst erbij te halen en omdat deze mensen hartstikke druk zijn, konden ze pas de volgende dag aanwezig zijn. De gevaarlijke plek werd met linten afgedekt en het werk werd stilgelegd zodat er geen treinen meer konden binnenkomen op het rangeerterrein.

De volgende dag kwam de mijnopruimingsdienst uit Culemborg de granaat uitgraven en vol trots kwamen ze ermee het personeelsverblijf binnengelopen. Wat was nu het geval? Wat er uitzag als een granaat bleek de onderkant van een ouderwetse olielamp te zijn en totaal ongevaarlijk.

Gelukkig kon iedereen de humor er wel van inzien en werd met een vertraging van een dag het werk weer voortgezet.

Agressie

Zoals al eerder vermeldt, ‘wie lacht niet die de mens beziet’.

Als conducteur sta je midden in het leven en je moet er zelf wat van zien te maken ook.

Wanneer mensen het over je werk hebben dan vragen ze 10 tegen 1 of het niet gevaarlijk is met al die agressie en zo.

Veel agressie heb ik eigenlijk nog niet meegemaakt en toch ga ik de moeilijkheden bepaald niet uit de weg. In de loop der tijd ontwikkel je steeds meer trucjes om het doen en laten van de mensen in jouw voordeel om te draaien. Zie je bijvoorbeeld een reiziger met zijn voeten op de bank en je vraagt hem of hij dat thuis ook doet dan vragen ze gegarandeerd of je thuis ook kaartjes knipt. Druk je die persoon een krant in zijn handen om zijn voeten op te leggen dan is het ook afgelopen want hij wil bij zijn vrienden niet afgaan en haalt automatisch zijn voeten van de bank. Het belangrijkste in dit werk is het luisteren. Als er problemen zijn dan worden deze al voor 99 procent opgelost door de mensen aan het woord te laten en interesse te tonen.

Het verwondert me iedere keer weer hoeveel je tegen de mensen zeggen kan. Als je het maar met een lachend gezicht doet dan vinden ze alles best. Grappen uithalen gebeurd ook wel. De mensen komen vaak op het laatste moment de trein binnenstuiven en als je dan naar Amsterdam gaat is het leuk te zeggen dat ze geluk hebben dat ze deze trein naar Rotterdam hebben kunnen pakken omdat ze anders een half uur moeten wachten. Ze zijn dan vaak in alle staten maar des te blijer als blijkt dat ze toch goed zitten.

Tegenwoordig kan je veel meer informatie geven als enkele jaren geleden. We zijn nu allemaal voorzien van zakcomputers en voor de gekste verbindingen draaien we onze handen niet meer om. De mensen weten dit wel en vragen ook steeds meer zodat je soms de trein niet meer doorkomt maar het werk is er wel een stuk leuker door geworden.

Zwartrijder

Vandaag was het weer zo’n rare dag. Slecht weer, sneeuw, wind en koud.

Ik was samen met een conductrice en we moesten de internationale trein richting Basel rijden van Amsterdam tot Arnhem.
Het was koud en de batterijen zijn dan nogal snel uitgeput en voordat de asgenerator de boel weer heeft opgeladen rijd je vaak tot Utrecht met alleen de noodverlichting aan en dat is tamelijk donker.

Een reizigster vertelde dat ze in Amsterdam al was lastig gevallen door iemand die om geld vroeg maar daar kijken we niet meer van op. Vaak lopen deze figuren op het station door de trein en als ze kans zien om een stuk bagage te stelen zullen ze het niet laten. Maar goed, als we dit heerschap tegenkomen zullen we zien hoe de vork in de steel zit. Verderop kwamen we mister x tegen en daar werden we helemaal flauw van. Dit heerschap presteert het om iedere keer in de Eurocity te duiken en gratis mee te rijden want de trein kan toch nergens stoppen. Dit was al de tweede keer deze week dat ik hem in de trein trof. Hij liet weer een heel stapeltje uitstellen van betaling zien en zei dat hij er weer een nodig had. Hier wordt je vaak niet goed van, iemand die het de gewoonste zaak van de wereld vindt om gratis te reizen en weet dat we in werkelijkheid machteloos zijn, we zijn alleen maar weer veel tijd kwijt een proces verbaal uit te schrijven. Na verloop van tijd stapelen deze dingen zich op en gaat er een incassobureau aan de gang om te proberen het geld te innen. Het enige waar je zo iemand direct mee kan pakken is de trein stoppen en hem er uit gooien. Dit is ten strengste verboden maar nood breekt wet en het lucht op.

Even de machinist opgeroepen en die wist nog wel een leuk plekje, nl op een overweg tussen Abcoude en Breukelen. Tot zolang maar even in de coupé ernaast wachten. Maar zoals gezegd, de verlichting was kapot en mijn collega ging de coupé in denkende dat deze leeg was. Laat er nu een neger inzitten die met een zwaai zijn kaart liet zien. Ze schrok geweldig, gaf een gil, stuiterde achteruit de gang op en stootte haar hoofd tegen het raam. Dit kon er ook nog wel bij. De trein ging langzamer rijden en we sommeerden de man de trein te verlaten. Tot mijn verbazing zei hij ja en liep mee. Toen we stilstonden deden we de deur open en maakte hij aanstalten de trein te verlaten. Maar bij het zien van de vallende sneeuw en het verlaten landschap verschoot hij en zei: ‘nee van mijn leven niet, ik blijf hier’. Dan maar een beetje kracht gebruiken want gaat het niet goedschiks dan maar kwaadschiks. We begonnen aan hem te sjorren en te trekken maar hij was een kop groter en begon zich uit alle macht aan de deurgrepen en uitsteeksels vast te houden. Er zat geen beweging in en zelfs met het optillen van zijn benen lukte het nog niet om hem naar buiten te krijgen. Zo kon het niet langer. We hadden weliswaar rijtijd genoeg maar je moet aan de achterop komende treinen denken zodat die geen vertraging oplopen.

Dan maar weer verder en zien dat we hem overgeven aan de spoorwegpolitie in Utrecht. Daar stonden ze ons al op te wachten en bij het zien van de zwartrijder begonnen ze al met ‘he Sjakie, jij weer’? Ten teken dat het een goede bekende van hen was. Het enige wat zij konden doen was het natrekken van zijn gegevens en een poosje vasthouden. Hopelijk zijn we nu een tijdje van hem verlost.

Vibrator

Er zijn van die dagen dat het erg gezellig is in de trein.

Zo dus ook vandaag. Een groepje dames van middelbare leeftijd ging naar een of andere beurs in Amsterdam en ze hadden de grootste lol. Een vrouw van een jaar of 45 vertelde een mooi verhaal dat ik u niet wil onthouden.

Ze kwam eens bij een tante op bezoek die in een bejaardenhuis verbleef en daar stond een prachtige vibrator op het bijzettafeltje. De tante was er reuze mee in haar sas en vertelde dat ze het apparaat had gekocht nadat ze in één of ander blad een advertentie had gezien waarin je een fotomodel zag die het geval tegen haar gezicht hield. Dit was nu precies wat ze nodig had met al haar aangezichtspijntjes: een mooi massageapparaat waarmee ze haar gezicht en schouders kon masseren. Het apparaat voldeed uitstekend en was prima voor de bloedsomloop zo verzekerde zij haar nicht.

Heel voorzichtig begon nu de vrouw aan haar tante uit te leggen waar het apparaat eigenlijk voor diende en dat het eigenlijk wel een raar gezicht was om hem zo in de kamer tentoon te stellen.

De tante werd er helemaal nerveus van en schaamde zich dood temeer omdat ze net die dag naar de winkel was geweest om nieuwe batterijen te kopen. De verkoper had ze in het apparaat gestopt en tante vertelde hem dat ze er erg tevreden mee was en hem wel drie keer per dag gebruikte.

De pret was groot in de trein en het was nog een waar gebeurd verhaal ook zo werd mij verzekerd.

Dronkelap

De vorige keer lukte het me niet om iemand uit de trein te verwijderen maar soms lukt het toch wel. Ik kwam op een middag in dienst en zag in de stationshal een man van een jaar of 45, die flink aangeschoten en met een fles drank in de hand, allemaal onzin aan het uitkramen was. Er lag allemaal nattigheid om hem heen en ik dacht laat maar lekker zitten, hier kan hij niet zo veel kwaad.

Op de rit naar Doetinchem pakte ik het tweede treinstel en hoorde al gelijk dat er iets mis was.

Veel kabaal en reizigers die verstoord de richting op keken vanwaar het geluid kwam.

Wie schetst mijn verbazing toen daar die dronkelap zat met praatjes voor tien en nog hinderlijk ook voor de andere reizigers. Hier moest wat aan gedaan worden.

Ik liep naar hem toe en vroeg hem of hij een kaartje had. “Ik heb met jou niets te maken “, was het antwoord. “Heeft u geld om een kaartje te kopen dan”? Weer een onsamenhangend gereu-tel waar je uit op kon maken dat ik niet welkom was. Dan de laatste mogelijkheid die overbleef namelijk een uitstel van betaling. Daar heb je een identiteitsbewijs voor nodig en die wenste hij me niet te overhandigen. “Meneer, ik ben met u uitgepraat, op het volgende station kunt u uitstappen”. “Je moet ophoepelen” zei hij me.

Ik dacht dat zal wat worden zo meteen en toen we stilstonden zei ik: “zo meneer we zijn in Zevenaar, dit is voor u het eindpunt, wilt u uitstappen”? Tot mijn grote verbazing stond hij op en liep naar de deur. Hij had de drankfles bij de hals gepakt en liep voor me uit. Opeens zwaaide hij die fles naar achteren en sloeg er mee tegen mijn bovenbeen. Ik werd witheet en dacht, jou krijg ik nog wel mannetje.
Bij de deur bleef hij staan. Ik pakte de deurbeugels beet en met alle kracht gaf ik hem een schop tegen zijn achterwerk.

Het moet een mooi gezicht geweest zijn aan de buitenzijde van de trein. De man klapte dubbel, werd gelanceerd en met een boog vloog hij zo de trein uit en kwam plat op zijn buik op het perron terecht. Wonder boven wonder hield hij de fles vast en deze brak niet. Ik dacht o jee daar zal je het hebben, hij komt me vast achterna met die fles en wil me gaan meppen. Snel deed ik de deuren dicht, maar ziende dat er geen beweging in de man zat deed ik ze weer open en ging maar eens op onderzoek.

Langzaam kwam hij nu overeind en was een stuk rustiger als voorheen. Zijn grote mond was verdwenen en hij waggelde naar het bankje waar hij op plaatsnam met zijn fles.

Na terugkomst vanuit Doetinchem zat hij er nog steeds en zo te zien had hij er geen nadelige gevolgen van overgehouden. Gelukkig maar, want iemand zo uit een trein werken is ten strengste verboden, maar het lucht heerlijk op.

Techniek

Op de gekste momenten laat de techniek je in de steek. Bij je thuis hoeft dit niet zo’n ramp te zijn maar dit wordt anders in een vliegtuig of bij de spoorwegen.

Het was 1 april en ook bij de spoorwegen zijn er wel mensen in voor een geintje.

Op een druk traject had men al het hele jaar door zeer veel last van storingen van nieuw materiaal dat niet naar behoren functioneerde. Veel treinen waren er dat jaar al uitgevallen en de vertragingen waren niet van de lucht. ‘s Ochtends op die ene april reed de trein wel op tijd en zat met een stuk of 400 reizigers bomvol. De conducteur dacht dat het wel weer eens tijd was voor een grapje en riep voor binnenkomst op een tussenstation om dat er een storing in het treinstel was geconstateerd en dat de trein niet verder zou rijden dan dit station alwaar de mensen over moesten stappen op bussen die daar zo spoedig mogelijk zouden komen om de mensen verder te vervoeren.

Zijn bedoeling was om voor stilstand van de trein nogmaals om te roepen dat alles op een misverstand berustte en de trein toch verder zou rijden met de vermelding dat het vandaag 1 april was. Hoe het ook kwam, niemand die het ooit zal weten, maar toen hij voor de tweede keer wilde omroepen bleek de stroom op één of andere manier uitgevallen door een kapotte zekering en kon er geen bericht meer worden doorgegeven.

De chaos was groot op het station. De mensenmassa stroomde naar buiten en men was laaiend, dit was al de zoveelste keer dat NS de mensen in de steek liet. Op het perron gekomen ging men massaal op zoek naar de bussen die natuurlijk nergens te vinden waren. Daartussen liep een conducteur met zweet dat in stralen van hem afdroop en die probeerde de mensen weer in de trein te krijgen. Na veel heen en weer geloop en geregel zat iedereen er weer in en kon de reis worden vervolgd. Er waren maar weinig mensen die de grap konden waarderen, vooral niet diegenen die hun aansluitende treinen voor hun neus zagen wegrijden. Ook de chef vond het maar een misplaatste grap en er moest niet veel meer gebeuren anders zou hij er voor zorgen dat de conducteur ander werk kreeg.

Zwerver

Op het centraal station van Amsterdam lopen bij de internationale treinen altijd van die duistere figuren rond die hun slag proberen te slaan in de drukte bij het instappen.

Sommigen lopen ook wel eens de trein door om te zien of er iets van hun gading bij is en proberen dan met een list aan hun spulletjes te komen.

We vertrokken uit Amsterdam en daar kwam een zeker figuur, type zwerver en een jaar of vijftig, naar me toegelopen en begon een stennis te maken dat hij met alle geweld de trein uit wilde op Amstel omdat hij geen tijd meer had om de trein te verlaten.

Ik kende hem wel, hij was van oorsprong Duitser en woonde (zwierf) al een jaar of vijfentwintig in Amsterdam rond. Altijd reizigers lastig vallen en proberen wat te gappen.

Stoppen op Amstel was natuurlijk niet mogelijk en hij moest maar mee naar Utrecht, het eerstvolgende stopstation. Hij begon nog meer te schreeuwen en te keer te gaan.

Opeens kwam er een reizigster (uit Colombia bleek naderhand) die de man honderd gulden in zijn hand stopte. Het schreeuwen van hem was gelijk afgelopen en hij ging er als een speer vandoor naar achteren. De vrouw was intussen weer naar haar plaats gegaan en ik achter de man aan, dit was natuurlijk te gek voor woorden. Ik vond hem verstopt op de wc en wat we ook deden (mijn Duitse collega was er inmiddels ook bijgekomen) hij peinsde er niet over om die honderd gulden weer af te geven. Dan maar de spoorwegpolitie waarschuwen.

In Utrecht stonden ze ons al op te wachten en daar bleek dat het een bekende van hen was. Tot hun grote spijt konden ze niets uitrichten omdat de vrouw het geld vrijwillig had afgegeven. Het enige wat we konden doen hem een kaartje tegen treintarief verkopen zodat de helft van het geld op was.

Na Utrecht de reizigster opgezocht en verteld dat in Nederland niemand hoeft om te komen van de honger omdat hier iedereen een uitkering krijgt en dat ze die honderd gulden aan een crimineel had weggegeven. Ja vertelde ze, ze vond hem zo zielig, had medelijden met hem en die honderd gulden was voor haar geen probleem.